INCKEL (Jacob Ernst), geb. te Utrecht 25 Nov. 1812, overl. te Leiden (?) 1 April 1882. Hij studeerde eerst (1829-1832) te Utrecht in de godgeleerdheid, daarna aan het evangelisch-luthersch seminarium te Amsterdam, eindelijk nog sinds 1834 aan het Athenaeum aldaar en in 1835 te Leiden. Eerst nam hij den dienst waar te Utrecht en te Hattem. Sedert 6 Oct. 1839 was hij luthersch predikant te Kuilenburg, op 9 Nov. 1845 te Leiden: emeritus 1 Jan. 1881. Hij schreef: Het werk der liefde in 1848; Houdt dat gij hebt.... (Leid. 1865); Leidens ontzet herdacht (Leid. 1874), en Enkele bladzijden uit het levensboekvan den Evangeliedienaar.... (Leid. 1881). In Levensberichten van de
[pagina 903]
[p. 903]
Mij. d. Ned. Lett. beschreef hij het leven van H.R. de Breuk (dl. VII, kol. 206 v.).
Zie: de Bie en Loosjes, Biogr. Woordenb. v. Prot. Godgel. in Ned. IV, 462; J. Loosjes, Naamlijst van predikanten.... der Luth. kerk in Ned. ('s Gravenh. 1925), 130 v.; Alphanaamlijst van boeken enz. (1833-1849), 321; Brinkman's Catalogus van boeken enz. (1850-1882), 575; Petit, Repertorium Leid. 1907, kol. 1178.
Auteursrecht onbekend