Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 8

[Hurdt, Antonie]

HURDT (Antonie), geb. te Middelburg waarschijnlijk omstreeks 1630, overl. te Batavia 1689 of 90. In dienst der O.I.C. komt hij in 1660 voor als koopman en secunde op Ambon, waar hij in 1667 als opperkoopman tot gezaghebber is bevorderd. In 1669 lost hij Jac. Cops af als gouverneur van Banda, waarna hij in 1672 dezen vervangt als commissaris van Ambon. Benoemd tot raad extraord. (1675) gewerd hem, den civiel ambtenaar, op de reis naar Batavia te Japara (4 Aug. 1678) de opdracht het opperbevel op zich te nemen over de geheele krijgsmacht der Compagnie, die opereeren moest tegen den rebel Taroeno Djojo, die toen juist op Grobogan en Demak aanrukte. Daar Speelman bewerkt had, dat H. zich niet tot de verdediging der strandplaatsen behoefde te beperken, rukten de onzen in drie colonnes, resp. onder Hurdt, François Tack en de kapiteins van Renesse en Muller langs verschillende wegen tegen Kediri op. Het gelukte hun T.Dj. te verslaan en binnen die stad op te sluiten, welke 25 Nov. 1678 stormenderhand genomen werd. Hurdt's uitgeputte troepen bereikten over de Brantas Soerabaja, waar hij tot 22 Febr. 1679

[p. 892]

bleef, tot hij het opperbevel kon overdragen aan Christiaan Poleman. Nog ziek kwam hij te Batavia aan. Daar werd hij voorzitter van den raad van schepenen, ordin. raad van Indië en van 1684-89 directeur-generaal van den handel, in welke functie hij met de meerderheid in den raad den G.-G. Joan Camphuis (1684-91) zóó tegenwerkte, dat deze meermalen uit de vergadering wegbleef. Bij missive van Heeren XVII (17 Dec. 1690) werd Joan van Hoorn tot zijn opvolger benoemd.

Hij was eerst gehuwd met Anna van Beusekom; bij zijn tweede vrouw, Jacomina Hooghkamer, had hij een zoon Dirk (gest. 1698), gehuwd met Catharina Besselman, dochter denkelijk van Johannes, die in 1684 eerste in Japan werd.

Zie: de Jonge, Opkomst v.h. nederl. gezag VII; Stukken over de O.I.C. in Kronijk v.h. Hist. gen. te Utrecht, VIII, 1852; Valentijn, O. en N. Oost-Indië I-IV; Colenbrander, Kol. Gesch. II ('s Gravenh. 1925).

Bartelds