federalisten aansloot. Hij kreeg in 1797 ook zitting in de tweede Nationale Vergadering, nadat de constitutie van dat jaar was verworpen. Als federalist werd hij 22 Jan. 1798 bij den bekenden staatsgreep gevangen genomen en op het huis ten Bosch geïnterneerd. Maar na den staatsgreep van 12 Juni werd hij ontslagen en zelfs door het nieuw opgetreden Uitvoerend Bewind in Juli tot zijn secretaris-generaal benoemd. Als zoodanig bleef hij in functie, nadat in 1801 krachtens de nieuwe constitutie het Staatsbewind de regeering had aanvaard; daartusschen was hij in 1802 gezant te Berlijn. En ook onder den raadpensionaris Schimmelpenninck bleef hij als staatssecretarts werkzaam. Onder koning Lodewijk was hij sedert 1807 directeur der schoone kunsten en wetenschappen en staatsraad, eerst in gewonen, spoedig in buitengewonen dienst. In 1808 benoemde de Koning hem tot landdrost van Maasland. Na de inlijving benoemde Napoleon hem tot prefect van het departement Vaucluse en in Juni 1813 tot prefect van de Monden van de IJsel. In April 1814 benoemde de Souvereine Vorst hem tot gouverneur van Noord-Brabant, welk ambt hij tot zijn dood heeft bekleed. Hij was een geleerd man, die zich voor velerlei wetenschappelijk onderzoek interesseerde; hij stond dan ook in voortdurende betrekking met de meeste geleerden van zijn tijd. Te Arnhem hield hij geregeld voordrachten over allerlei historische en juridische onderwerpen. Hij heeft echter slechts weinig gepubliceerd: Geschieden Staatkundig onderzoek over den tijd, wanneer Philips II ophield heer de Vereenigde Nederlanden te zin (Arnhem 1781), dat anoniem verscheen en daarom ook wel aan anderen werd toegeschreven; Bibliographische zeldzaamheden (den Bosch 1818,8o). Hultman was gehuwd met jonkvrouwe Lemker.
Zijn portret is gegraveerd door Bouchardy en Gonord.
Zie: Ganderheyden, Lijkerede op C.G. Hultman (den Bosch 1820, 8o); Navorscher VIII, 127; de gewone biographische woordenboeken; Colenbrander, Gedenkslukken III, XII, XLVIII, 329, 331, 333 vlg., 340, 366, 612, 622, 660, 678, 681, 691, 705, 723, 770, 899, 928, 941, 963, 1141, 1147 vlg., 1153 vlg., 1159 vlg.; IV, 60, 95, 131, 169, 172 vlg., 175, 195, 197 vlg., 212 vlg., 218, 221 vlg., 234, 237 240, 248, 260, 270, 283, 290, 297, 329, 364, 367, 395, 514, 539, 543, 572, 591 vlg., 600, 666; V, XLVII, 91, 180 vlg., 286, 366 vlg., 372, 418, 485, 570, 587, 639; VI, 881, 1036, 1092, 1111 vlg., 1141, 1255.
Brugmans