[Huidekoper, Mr. Anne Willem]
HUIDEKOPER (Mr. Anne Willem), geb. te Amsterdam 17 of 18 Sept. 1796, overl. te Breukelen 30 Aug. 1841, was de oudste zoon van J.H. en G.M. Stinstra, en dus broeder van den voorgaande. Hij studeerde aan hot athenaeum te Amsterdam van 1812 tot 1814, toen de studie door zijn dienstnemen als vrijwilliger werd afgebroken, en daarna van 1815 tot 1819, toen hij zich 12 Juni 1819 liet inschrijven aan de universiteit te Utrecht, waar hij 16 d.a.v. in de rechten promoveerde op een dissertatie De jure accrescendi ex legibus Romanis Hij zette zich als advocaat te Amsterdam neder en werd in 1834 benoemd tot rechter in de rechtbank van eersten aanleg aldaar.
Behalve rechtsgeleerde was hij een uitstekend sterrekundige. Hij nam deel aan de berekeningen der zonsverduistering van 7 Febr. 1820, door J.F. Kaiser in het K.N. Instituut gepubliceerd.
Hij schreef: Over de niet terugwerking van nieuwe wetten in Bijdr. tot de regtsgeleerdheid en wetgeving van den Tex en van Hall, 1e deel (1826), 161, en Over hel al of niet toepasselijke van het nog in werking zijnde welboek van Strafregt op de afgescheidenen, in dezelfde Bijdr. 12e deel (1838), 188 en 341.
Hij werd 6 Apr. 1841 door de Staten van Noord-Holland tot lid der Tweede Kamer gekozen. Zijn spoedig overlijden maakte hieraan een onverwacht snel einde; zijn broeder Pieter, die volgt, werd in zijn plaats als zoodanig gekozen.
Hij was ongehuwd.
Ramaer