[Huber, Mr. Ulrich Jan]
HUBER (Mr. Ulrich Jan), geb. te Leeuwarden 4 Dec. 1752, overl. te 's Gravenhage 23 Maart 1804, was de tweede zoon van U.H. Huber en C. Berghuis
Hij werd te Franeker als student ingeschreven 1 Sept. 1769 en promoveerde aldaar in de rechten in Jan. 1775. Hij vestigde zich als advocaat te Leeuwarden en was medewerker aan de Naauwkeurige verklaring van de statuten van Friesland, van welk werk hij een der deelen bewerkte.
In 1783 werd hij raadsheer in het gerechtshof van Friesland. Als gematigd Patriot was hij een van de drie raadsheeren, uit den tijd van voor de omwenteling, die 8 Juli 1795 niet door de Staten werden afgezet. Daarentegen werden deze drie, toen de radicalen in Friesland de overhand bekomen hadden, op 11 April 1796 ook afgezet.
Wellicht als protest tegen dezen maatregel werd Huber bij de verkiezingen op 2 Aug. 1797 in de districten Leeuwarden (buitengemeenten), Sneek, Harlingen en Berlikum tot lid der Nationale vergadering gekozen. Hij trad op voor het eerstgenoemde, en werd 15 Oct. d.a.v. tot lid der 2e commissie voor het samenstellen eener constitutie gekozen. Daardoor trad hij als lid af. Op 23 Jan. 1798, den dag na den staatsgreep, was hij een dergenen, die weigerden, de verklaring van afkeer van het stadhouderschap, het federalisme enz. te teekenen. Bij de publicatie van het Uitvoerend bewind van 12 April d.a.v. werd hij met 27 andere leden der gewe-