no. 238). Te Smyrna is hij bevestigd door zijn voorganger Th. van der Vecht, die toen tevens zijn afscheid nam. Op 9 Maart 1727 vertrok hij naar Jutfaas, werd daar bevestigd 20 Juli en op 16 Nov. 1727 te Schoonhoven, Een handschrift van hem was in het bezit, van zijn kleinzoon Ds. Herman van Lil (overl. te Maasdam in 1855), zoon van v.d. H.'s dochter Ermingard (Hermyngarda); het heeft tot titel: Kerkelijke aanteekeningen rakende de Ned. Geref. Gemeente in Smyrna... en is gedrukt in Archief voor kerkelijke geschiedenis. VII (Leid.1847), 168-176. V. d. H. trouwde 26 Apr. 1722 te Smyrna met Clara Catharina Echberts, geb. te Smyrna. dochter van Wiert Echberts en Maria Fortnery. Hun zoon Hendrik Daniel van der Horst was predikant te Maartensdijk en in Oost-Indië, geb. te Smyrna in 1722, overl. vóór 1 Jan. 1758, op reis daarheen of te Batavia. De eerste vrouw van Herman van der Horst overleed 12 Aug. 1733; hij hertrouwde 30 Dec. 1733 te Schoonhoven met Hermyna Garda Vos, geb. te Amsterdam.
Hijschreef o.a. een lijkrede op Daniel Jande Hochepied (overl. te Smyrna 10 Nov. 1723), die verscheen als: De Zaelige uitkomste... (Utr. 1724).
Er bestaat een geschilderd portret van hem in ambtsgewaad uit 1717, dal beschreven is in De Nederl. Leeuw XLIII (1925), 63, 128.
Zie: de Bie en Loosjes, Biogr. Woordenb. v. Prot. Godgel. in Ned. IV, 312-314; vgl. dl. IV, kol. 784 den gelijknamigen (1600-1675); Kerkelijk Handboek (1907) Bijl. 157, (1910) Bijl. 157, 160; C.A.L. van Troostenburg de Bruyn, Biogr. Woordenb. v. Oost-Indische predikanten (Nijm. 1893), 198; L. Knappert, Bibliogr. inleiding tot de theologie (Leid. [1925]), 111; Noordbeek en Maurik, Naamrol der godgel. schrijvers (Amst. 1752), 521.
Knipscheer