[Hooydonk, Joannes van]
HOOYDONK (Joannes van), geb. 2 Aug. 1782 te Ulvenhout, overl. 25 April 1868 te Hoeven, deed zijn latijnsche studiën te Oosterhout, de theologische op het seminarie Ypelaar, priester gewijd 15 Dec. 1808 te Amsterdam. Een jaar daarna werd hij benoemd tot hoogleeraar in de godgeleerdheid in het seminarie Ypelaar; na den dood van Adrianus Oomen en na de verplaatsing naar Hoeven werd hij president van dit groot-seminarie. In dit verantwoordelijke ambt blonken vooral zijn geleerdheid, groote menschenkennis en veelzijdige bekwaamheid uit.
Hij was een ijverig raadsman van den vicaris van Dongen, die hem dan ook tot zijn opvolger aanwees. Bij breve van 7 Jan. 1827 werd hij door Leo XII aangesteld tot apostolisch administrator van het vicariaat Breda. In 1841 werd hem tevens de zorg opgedragen over het zeeuwsch gedeelte van het bisdom Gent. Paus Gregorius XVI verhief hem 14 Jan. 1842 tot bisschop van Dardanië i.p.i. baron van Wijckerslooth, bisschop van Curium i.p.i., gaf hem de bisschoppelijke consecratie te Hoeven, daarbij geassisteerd door mgr. Henricus den Dubbelden en mgr. Joannes Zwijsen. Bij het herstel der hiërarchie werd hij 4 Mrt. 1853 tot eersten bisschop van het nieuw opgerichte bisdom Breda benoemd.
Meer dan 60 jaren heeft hij onverdroten gearbeid als professor, president van het seminarie en 40 jaren lang als opperherder van het bisdom. Hij was o.a. ook de oprichter van het seminarie te Oudenbosch en bevorderde overal het onderwijs door het oprichten van scholen.
Zijn groote verdiensten werden door Rome erkend door zijn benoeming tot huisprelaat van Z.H., assistent-bisschop bij den pauselijken troon en tot romeinsch graaf.
Toen zijn krachten afnamen, benoemde Rome tot apostolisch administrator mgr. Joannes van Genk, die tot den dood van mgr. van Hooydonk het bisdom bestuurde en hem daarna opvolgde.
Zijn portret is gelithografeerd door H.J. Backer.
Zie: Kruger, Gesch. v.h. bisdom Breda, 435.
Kleijntjens