[Honert, Mr. Herman van den]
HONERT (Mr. Herman van den), geb. te Dordrecht 2 Aug. 1645, overl. aldaar 6 en begr. 11 Aug. 1730, zoon van Mr. Johan van den Honert en Cornelia Hallineg. Hij studeerde te Leiden en werd 29 Juni 1666 doctor juris. In 1670 kwam hij in de regeering van Dordrecht, als schepen en oudraad. In 1672 werd hij door prins Willem III gecontinueerd en in October van dat jaar gedeputeerde ter dagvaart van de Staten van Holland. In 1674 werd hij wederom schepen van Dordrecht, maar in Oct. reeds werd hij benoemd tot secretaris der stad, met behoud van zijn oudraadsplaats. In 1678 werd hij ook secretaris van den Hove en Hooge Vierschaar van Zuid-Holland en in 1688 (en daarna nog meermalen) van wege Dordrecht gecommitteerd in het college der Gecommitteerde Raden van Holland (1703-05, 1709-11, 1715-17) en verkreeg zijn ontslag als secretaris der stad. Verscheldene malen vervulde hij in zijn geboortestad het ambt van burgemeester, n.l. in 1702, 1706-07, 1712-13, 1718-19, 1723-24, 1727.
Voorts was hij curator der leidsche hoogeschool In 1703 en waardijn van de Munt van Holland te Dordrecht, 1705.
Hij was 30 Juli 1675 te Dordrecht gehuwd met Anna de Witt, oudste dochter van Johan de Witt, den raadpensionaris, en Wendela Bicker, die hem vijf kinderen schonk en 1 Dec. 1725 werd begraven. Bij zijn gouden huwelijk in 1725 liet hij een gouden penning slaan met wapens der echtgenooten en een toepasselijk gedicht op de keerzijde Cot. Oud- Dordr. no. 1355.
Zijn portret door een onbekend kunstenaar bevindt zich in het Gemeentemuseum te 's Gravenhage.
van Dalen