reeds gehouden was, maar nogmaals een vergadering bijeen kwam, waar ook zij werden opgenomen in den kring. Als remonstrantsch predikant diende hij de drie laatste maanden van 1621 in commissie de gemeente te Amersfoort (met Woudenberg en Bunschoten). Zóó is hij ook tijdelijk werkzaam geweest te Alkmaar, Wormer en Schoorl in 1624 en in een commissie voor ‘de bezorging der kerken en de correspondentie’. In 1629 is hij te Schoonhoven; op 27 Nov. van dat jaar vinden wij hem weer te Alkmaar; in 1632 te Tiel, van waar hij in 1642 is afgevaardigd naar een vergadering te Amsterdam. Verder is alleen bekend dat Tiel reeds in hetzelfde jaar vacant was. Hij schreef in 1622, anoniem; Des ouden hoochstgheleerden ende wijlvermaersten H. Desiderii Erasmi borghers van Rotterdam, requeste (Gedruct buyten Rotterdam 1622), een geestig verzoekschrift, aan Erasmus in den mond gelegd, waar deze zich over den haat der predikanten beklaagt en aan de overheid van Rotterdam verzoekt hem te beschermen. Hij gaf dit werkje uit omdat Jacob de Leeuw, gereformeerd predikant, in een preek de daad van den magistraat had afgekeurd om een standbeeld van Erasmus in metaal te laten gieten. Hij voegde daar bij: Spongia Erasmi; dat is uijtwissinge der calumnien.... Jacobi Levii [d.i. Ds. Jacobus de Leeuw] (1623).
Zie: de Bie en Loosjes, Biogr. Woordenb. v. Prot. Godgel. in Ned.IV, 174-176; (B. Dwinglo), Historisch Verhaal van 't ghene dat sich toegedraeghen heeft binnen Dordrecht in 1618 en 1619.... (gedrukt 1623 achter: Oorspronck ende Voortganck der Ned. Kerckel. Verschitlen tot op het Nat. Synodus van Dordrecht) fol. 8, 9, 53, 63, 76, 81, 89, 95, 102, 112, 119, 123, 135, 143, (206), 213, 217, alle deze bladzijden ‘recto’ en ‘verso’.
Knipscheer