[Hinlopen, Nicolaas]
HINLOPEN (Nicolaas), broeder van Jacobus Hinlopen (zie aldaar), geb. te Hoorn in 1724, overl. te Alkmaar in 1792. Hij was te Hoorn eerst conrector, later notaris, sedert 1787 te Alkmaar. Hij was een groot taalkundige, leerling van B. Huijdecoper, en als zoodanig de vraagbaak van zijn broeder Jacobus, toen deze behoorde tot de bewerkers van de verbeterde psalmberijming van 1773. Hij leverde voortreffelijke aanteekeningen op het werk van Huijdecoper (dl. V, kol. 251) Proeve van taal- en dichtkunde, en schreef in Tael- en dichtkundige bijdragen (1759-1762). Op het gebied van de godgeleerdheid heeft hij zich zeer verdienstelijk gemaakt door zijn ‘onschatbaar’ werk Historie van de Nederlandsche overzettinge des Bijbels, met bijlagen (Leyd. 1777), opgedragen aan Nicolaas Hoogvliet. Hoeveel moeite hij heeft besteed om de bouwstoffen voor dit werk te verzamelen verhaalt H.C. Rutgers, waaruit wij tevens vernemen hoe kerkelijke deputaten gewaakt hebben voor de belangen van kerkelijke archieven. Er zijn van hem nog vele handschriften bewaard, waaronder een woordenboek van Kiliaen met vele aanteekeningen, brieven. enz.
Zie: Kobus en de Rivecourt, Biogr. Handwoordenb. (Zutphen 1870) I, 766 v.; H.C. Rutgers, Kerkelijke Deputaten (Kampen, z.j.),