Viering van den vijftigjarigen dienst aan Christus' gemeente te Utrecht, 29 Nov. 1801 (twee drukken, Utr. 1801). Zijn achterkleinzoon F.C. Hinlopen (zie boven) gaf deze rede nog eens uit in 1851 onder denzelfden titel met de toelichting: Na vijftig jaren in de herinnering verlevendigd (Haarl. 1851). Ook schreef hij in den Kerkelijke Raadvrager en Raadgever (II, 2o, 458 vv.): Middelen ter verbreiding der Evangelische kennis onder onze landgenooten, voorgeslagen in de vergadering van het Ned. Zendelinggenootschap ten jare 1798. Met aanmerkingen van wijlen J. Hinlopen; en verscheen in Kleine schriften, verzameld door W.G. Reddingius (3e bundel, 18e stuk): Aanmerkingen van een beroemd predikant.... over Luc. 16:22 (met dezen predikant is bedoeld: Jacobus Hinlopen). Over zijn aandeel als medewerker van de verbeterde psalmberijming van 1773, zie bij Nicolaas Hinlopen (hieronder).
Een portret van hem staat in van Yperen' s Kerkelijke geschiedenis van het Psalmgezang. P. Brouwer schreef daaronder eenige versregels. Zijn portret door een onbekend kunstenaar kwam voor in den catalogus eener veiling te Amsterdam 13 Nov. 1882 als no. 89.
Zie: de Bie en Loosjes, Biogr. Woordenb. v. Prot. Godgel. in Ned. IV, 4?-46; Kerkelijk Handbock (1909) Bijl. 129, 156, (1910) Bijl. 166.
Knipscheer