Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 8

[Heussen, Arnold]

HEUSSEN (Arnold), geb. waarschijnijk omstreeks 1605, overl. te Leiden Nov. 1660. Hij trad hier te lande reeds dadelijk in den rang van opperkoopman in dienst der O.I.C. Bij aankomst te Batavia werd hij bij res. van 22 Aug. 1635 door de indische regeering benoemd tot fiscaal op de vloot, die onder den raad extraord. Maurits van Ommeren op het punt van vertrek lag naar de perzische zee. H. bleef onderweg op de kust van Coromandel achter, waar hij zeer voldaan schijnt te hebben, want na den dood van den gouverneur Arent Gardenys (1643) werd hij bij res. 6 April 1644 van waarnemend hoofd aldaar tot diens definitieven opvolger aangesteld op het ordinaris gouverneurstractement van 200 gld. 's maands, daar men niemand bij de hand had of in korten tijd te wachten had ‘die 's Compagnies zaken beter zal waarnemen en dirigeeren dan hij’. Toen hij eenige jaren later ‘naar patria verlost’ wenschte te worden, bood het indische

[p. 763]

gouvernement hem een tractement van 300 gld. aan benevens de ‘honorable qualiteit van ordin.raad van Indië’, hetgeen in volkomen overeen stemming met ‘de intentie van onze heeren principalen’ was, dat men oude en bekwame dienaren ‘zoo lange zal zoeken te animeeren als ze eenigszins te bewegen zijn’. Doch H. is hier niet op ingegaan. Met het ‘tot sijne accomodatie’ gestelde jacht Griffioen vertrok hij kort daarna naar Batavia, waar men hem eenige weken later het bevel over de retourvloot opdroeg onder toekenning van den eeretitel ordin. raad v. Indië ‘ten respecte van zijne veeljarige goede en getrouwe diensten’. In den loop van 1651 was hij hier te lande terug, waar zijn dochter Maria, nog in Indië, wellicht ook kort na zijn aankomst in patria geboren, later huwde met Mr. Gerard van Beveren, heer van Strevelshoek (zie art.). ‘Verleede Sondag sterif bier den rijcken van Heussen, werdt gelooft hij 25 duysent gld. siaers gehadt heeft’, aldus schreel Adr. v.d. Goes (zie art.) op 5 Nov. van dat jaar aan zijn broer Willem te Weenen.

Zie: van den Berg, Uit de dagen der Compagnie (Haarlem 1904).

Bartelds