Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 8

[Hering, Johan Hendrik]

HERING (Johan Hendrik), geb. te Rotterdam 11 Dec. 1731, gest. te Amsterdam in of kort na 1790. Hij heeft zich met verschillende soort arbeid bezig gehouden, waarvan hij de resultaten in verschillende boeken publiceerde Bespiegeling over Neer-

[p. 755]

lands watersnood den 14 en 15 Nov. 1775 en 22 Nov. 1776 (Amsterdam 1776, 2 dln. 8^o); Tegenwoordige staat en beschrijving van Curaçao (Amsterdam 1779, 8^o) Aanhangsel tot de Vaderlandsche Historie van Jan Wagenaar, inhoudende de levensschetsen der Vaderlandsche Staatsmannen, Land- en Zeehelden (Amsterdam 1780, I, 1; niet verder verschenen; het deel bevat biographieën van Maarten van Rossum; Erasmus, René van Châlons, Aert van der Goes en Joost Buyck, dus allen uit de periode van Karel V); Tafereel van harde winters (Amsterdam 1784, 8^o); Tooneel der staatsyeschiedenissen des vaderlands beginnende met 1555 (Amsterdam 1789, 4 dln. 8^o), een vaderlandsche geschiedenis van den afstand van Karel V tot de tweede helft der achttiende eeuw; Het jutchend Amsterdam of Verhaal der bijzonderheden bij gelegenheid van het bezoek der erfstadhouderlijke familie in October 1790 (Amsterdam 1790, 8^o, een navolging van Wagenaars bekend boek over het bezoek van 1767). Hering schijnt geruimen tijd in Amsterdam te hebben gewoond en daar ook te zijn gestorven. Van zijn levensomstandigheden is verder niets bekend: een gestudeerd man was hij in ieder geval niet en evenmin boekverkooper.

Zijn portret is gegraveerd door Th. Koning.

Zie: de Wind, Bibliotheek der Nederlandsche geschiedschrijvers, Aanhangsel 26; van Kampen, Gesch. der Ned. letterkunde II, 535; Navorscher IV, 351.

Brugmans