ontslag als pastoor om zijn hooge jaren en langdurige kwalen. Zijn coadjutor, die hem bijstond sinds 1847, volgde hem op. Als rustend pastoor overleed hij te Nieuw-Vosmeer 25 Aug. 1848, oud 74 jaar en 4 maanden.
Zie: Bijdragen bisdom Haarlem XXXVI, 275, 288; Krüger, Gesch. bisdom Breda IV, 22.
Fruytier