[Heeckeren van Molecaten, Robbert August Adolf Maurits Carel baron van]
HEECKEREN VAN MOLECATEN (Robbert August Adolf Maurits Carel baron van), heer van Molecaten, geb. op huize Molecaten 7 Juni, ged. te Hattem 12 Juni 1770, overl. op Molecaten 26 Dec. 1858, zoon van Reinhard Burchard Willem, hiervoor, en van Henrietta van Lintelo.
Hij werd heer van Molecaten na den dood van zijn oudsten broeder Evert Willem (kol. 726), was eerst page bij prins Willem V, daarna luitenant bij de garde. emigreerde in 1795 naar Engeland, nam in 1799 deel aan den veldtocht in N. Holland tegen de bataafsche republiek en keerde na den vrede van Amiens in het vaderland terug. In 1814 trad hij weer in militairen dienst en was als luitenantkolonel bevelhebber van het bataljon infanterie, nationale militie no. 4 dat den slag bij Waterloo 18 Juni 1815 meemaakte en, met 5 andere bataljons der brigade Detmers, door zijn stormmarsch met gevelde bajonet tegen de fransche oude garde niet weinig tot den gelukkigen uitslag heeft bijgedragen. Als belooning voor zijn kloekmoedig gedrag ontving hij de militaire Willemsorde 3e kl. Daarna was hij respect. commies-generaal der convooien en licenten, ontvanger der in- en uitgaande rechten en ontvanger-particulier te Zutphen. Hij was 7 Oct. 1814 benoemd in de ridderschap van Gelderland, werd lid der provinciale staten en was ook opgenomen onder de ridders der duitsche orde, Balije van Utrecht. Bij zijn dood was hij daarin commandeur.
Hij huwde te Vorden 18 Nov. 1813 Charlotte Alexandrine barones van Westerholt (1789-1843), dochter van Borchard Frederik Willem v. W. en Willemina van Heeckeren tot Enghuizen. Uit dit huwelijk sproten 1 zoon en 2 dochters. De zoon Jacob Anne fungeerde als jagermeester des Konings en als rentmeester van het Loo. Zijn stam is nog heden in wezen.
Zie: Nederl. Adelsboek (1925), 163, 164; Herald. Bibl. (1882), 77; Bosscha, Ned. Heldend. te land2 III, 395, 626.
Regt