[Heckenhoeck, Adriaen]
HECKENHOECK (Adriaen), ged. te Dordrecht 6 October 1697, was de zoon van Adriaen Heckenhoeck, notaris, en Anna van Tricht. Hij ontving eerst onderwijs aan de Dordtsche Illustre School, die hij in 1716 verliet met een latijnsche redevoering tot lof van Constantijn den Groote, die daarna door hem in het Nederlandsch vertaald werd en uitgegeven.
Hij werd op 20-jarigen leeftijd 22 Sept. 1716 als student in de theologie te Leiden ingeschreven, maar promoveerde 4 Dec. 1721 in de rechten op een proefschrift De necessaria heredum institutione.
Zie: Molhuysen, Bronnen Gesch. Leidsche Univ. 1682-1725, 282.
van Dalen