[Haer, Mr. Bonifacius Hendrik van der]
HAER (Mr. Bonifacius Hendrik van der), geb. te Leeuwarden 23 Apr. 1810, overl. aldaar 23 Maart 1860, was de zoon van Daniel Bonifacius v.d. H. (die volgt) en M.B. de Sitter. Hij werd als student aan de hoogeschool te Groningen ingeschreven 15 Aug. 1828 en promoveerde aldaar in de rechten 19 Oct. 1833 op een dissertatie getiteld De jure praecedentiae inter gentes. Hij trok in 1830 uit met de groningsche jagers.
Hij werd in 1834 secretaris van Dantumadeel, maar nam spoedig als zoodanig ontslag, werd vervolgens advokaat te Zuidbroek en later te Leeuwarden en in 1849 grietman van West-Dongeradeel. Hij ging toen te Ternaard wonen.
Op 17 Sept. 1850 werd hij in het kiesdistrict Dokkum gekozen tot lid der provinciale Staten van Friesland en zijn medeleden kozen hem 27 Nov. 1852 met ingang van 1 Jan. 1853 tot lid van Gedeputeerde Staten. Hij bleef dit tot zijn overlijden.
Hij huwde 20 Juni 1835 jkvr. Anna Gerhardina Lewe van Nijenstein, geb. 14 Mei 1813, overl. 14 Sept. 1863, bij wie hij 2 zonen had.
Ramaer