dium doctorem theologiae et archiepiscopalis aulae monguntinae concionatorem. Lambertus G. was dus toen geen bisschop, maar doctor der theologie en prediker aan het aartsbisschoppelijk hof van den keurvorst van Mainz.
Op het einde van het jaar 1569 werd hij aangesteld als kapelaan en prediker aan het keizerlijk hof. 1570 woonde hij den rijksdag bij te Spiers. Volgens Gams, Series episc. 322 werd Lambertus Gruter benoemd tot bisschop van Wiener Neustadt in April 1572, en Eubel, III, 185 teekent aan, dat Lamb. G., priester en prediker van zijn keizerlijke Majesteit, in Rome is bevestigd 5 Oct. 1574. Hij werd in de curie ter wille van den Keizer vrijgesteld van alle te betalen benoemingsrechten. 12 Oct. 1576 stond bisschop Lamb. Gruter keizer Maximiliaan bij in zijn laatste oogenblikken. De Keizer had, hoezeer zijn familie en de pauselijke gezant, kardinaal Moroni, ook aandrongen, alle priesterlijke hulp geweigerd. Den laatsten nacht vóór zijn dood deed hij zijn hofkapelaan, den bisschop van Wiener-Neustadt, roepen, die hem voorbereidde tot den dood (J. Janssen, Gesch. des deutschen Volkes IV, 462). De bisschop schreef aan zijn vicaris, dat de Keizer vol betrouwen op God in zijn bijzijn was overleden. De nieuwe Keizer, Rudolf II, raadpleegde in alle netelige zaken den bisschop van Neustadt en deed zich op zijn eerste reizen door hem vergezellen. Zijn medebisschoppen schatten zijn meening en medewerking hoog. In het handschrift van Marc. Hansiz, Episcop. Neostad. wordt het bestuur van den nederlandschen bisschop bijzonder geprezen. Met sterke hand weerstond hij de vijandelijke beweging en aanvallen tegen de Katholieke kerk. Hij wordt geteekend als een man ‘pallio et purpura dignus’. Hij stond in goede betrekkingen en briefwisseling met den nuntius bij den Keizer, J.F. Bonhomius, bisschop van Verceil. In de bisschoppelijke bibliotheek werden lang nog verschillende werken in handschrift van Gruter bewaard,
welke na de opheffing van het bisdom, 1785, waarschijnlijk verstrooid zijn geraakt. Bisschop Gruter had herhaalde pogingen aangewend om in zijn bisdom een college der Jezuïeten te stichten, maar slaagde niet. Op bevel des Keizers begaf hij zich 1582 naar den rijksdag van Augsburg, waar hij overleed. Zijn vroegtijdige dood was een gevoelig verlies voor de Katholieke kerk, en vooral voor zijn bisdom, waar de Protestanten zich nu sterk deden gelden.
Fruytier