uit Holland, nauw bevriend gebleven; het boek wekte zeer veel opzien om de vele indiscreties, die er in voorkomen en werd dan ook bestreden door J.K.J. de Jonge in zijn Examen d'une Notice et Souvenirs biographiques, etc. (la Haye 1853) L'arenir du royaume des Pays- Bas (Paris 1853), ook naar aanleiding van de April-beweging; Tableau politique et moral de la Russie au XVIe et XVIIe siècles (Paris 1854), in verband met den Krimoorlog; Le réveil de l' Europe occidentale ou la Russie ne peut être continue et refoulée que par des nationalitès (Paris 1855), evenzeer naar aanleiding van den Krimoorlog; Le congrès de Vienne en 1814 et 1815 et le congrés de Paris en 1856 (Paris 1856), dat zich bij de vorige studiën aansluit; Le baron Robert Fagel (la Haye 1857), die veertig jaar lang nederlandsch gezant te Parijs was geweest en met wien Grovestins zeer bevriend was; Petits Mémoires. Souvenirs biographiques (St. Germain-en-Laye 1857), waarin de schrijver met allerlei uitweidingen een uitvoerig overzicht geelt van zijn in menig opzicht veelbewogen en zeer merkwaardigen levensloop; La Russie ramenée à l'ordre et l' Europe en 1857 (Paris 1857); L' Europe serat-elle remaniée (Paris 1859). in aansluiting aan zijn vorige politieke studiën; Les gloires du romantisme appréciées par leurs contemporains et recueillis par un autre bénédictin (Paris 1859, 2 dln), dat voor de geschiedenis der romantiek in Frankrijk zeer belangrijk
is; Suite à l' Eloge de la folie d' Erasme ou Lettres sur l' école romantique (Paris, 1862-1865, 5 dln), dat zich bij het vorige boek aansluit: Mémoires et souvenirs (z. p., 1866-1869, 6 dln.), dat behalve persoonlijke herinneringen bevat de geschiedenis van den franschen invloed in Europa in de periode van Napoleon en gedurende de restauratie.
Grovestins was een autodidact in den vollen zin des woords met alle deugden en gebreken. Hij bezat een enorme werkkracht en een zeldzame toewijding aan de onderzoekingen, waartoe hij zich aangetrokken gevoelde. Van daar ook, dat hij niet alleen zeer veel heeft uitgegeven, maar ook nog zeer veel heeft nagelaten in handschrift: voor een groot deel is dat handschriftelijk materiaal door hem gelegateerd aan de Koninklijke Bibliotheek. Hij had bovendien een brandende belangstelling voor de politieke vragen van den dag en bracht die gaarne in verband met de oudere geschiedenis van die problemen. Maar hij hechtte daarbij zoozeer aan zijn persoonlijke opvattingen, dat hem veelal een goede critiek ontbrak. Eveneens door die persoonlijke opvattingen was hij niet steeds onpartijdig: hoewel lange jaren in Frankrijk levende had hij een afkeer van de fransche politiek, in het bijzonder van de expansie van den franschen staat, waarin hij een gevaar zag voor Europa. Ook hechtte hij al te veel waarde aan geruchten en praatjes om een goed geschiedschrijver te worden; daarvoor ontbrak hem ook het gevoel van onderscheid tusschen belangrijk en onbelangrijk. Een gevolg daarvan was ook zijn gebrek aan stijl: zijn boeken zijn gewoonlijk slecht gecomponeerd: zijn uiteenzetting loopt niet geregeld voort. Niettemin was Grovestins een merkwaardig man, die vooral in zijn vaderland te weinig is gewaardeerd.
Zie: behalve Grovestins' eigen werken: Ned. Spectator 1874, 181 vlg., 282 vlg.; Prinsen in Groot Nederland 1928.
Brugmans