[Grotenacker, Theodorus van den]
GROTENACKER (Theodorus van den), ged. te Helmond 17 April 1713, overleden aldaar eind 1760, was de zoon van Dr. Johan van den G. en van Anna Hixpoors. Hij volgde zijn vader in diens praktijk als geneesheer te Helmond op. Tijdens een vreeselijke epidemie, de zoogenaamde ‘roode loop’, die in 1740 de stad teisterde, trad hij met zooveel succes daartegen op, dat de professor der Illustre school te 's Hertogenbosch, Dr. Daniel Mobachius Quaet (die ook mede tot genoegen van Hun Ed. Mog. heeren Raed van State daaraan was werkzaam geweest) in een redevoering op 15 Juni 1741, in tegenwoordigheid van gecommitteerden van Land en Stad, met lof hiervan gewaagde. Deze redevoering kwam in druk onder den titel: Historia morbi elapso anno inter Helmondanos Plebejos epidemice grassati, per egregium medicum Grotenacker feliciter curati (1741).
Hij was gehuwd met Joanna Schey (overl. 4 Febr. 1785 te H.) waaruit meerdere kinderen te Helmond geboren werden, o.a. Dr. Johannes Andreas v.d. G., ged. 8 Jan. 1755 te H., die de practijk van zijn vader overnam en 26 Jan. 1797 te H. begraven werd.
Zie: Boekzaal der Geleerde wereld, Juli 1741, 90, 91; M. de Haas, Bossche Scholen van 1629 tot 1795, blz. 152: J. Heeren, Biogr. Wrdb. van Helmond, 107.
Heeren