groot geschiedwerk. Kluit en van Wijn wezen ten slotte als auteur aan onzen Reinier de Graaf, een man ‘niet onervaren in de Letteren en in 's Lands Oudheden.... en vaardig ter pen in 't schrijven en teekenen’. Het handschrift is thans in de Koninklijke Bibliotheek.
Zie, behalve de genoemde uitgaven: van der Schelling, De aloude Vrijheid, staatsregeering en wetten der Batavieren, 404 vlg.; Alewijn, Nieuwe bijdragen tot opbouw der Ned. letterk. II; Huydecoper op Stoke, vooral I, 17; Wagenaar, Toets als boven, in Werken der Maatsch. der Ned. Letterk. III, 201 vlg.; van Wijn, Hist. Avondstonden I, 139 vlg.; dez., Huiszittend Leeven I, 2, 129 vlg.; Muller, Over letterkundigen namaak in Tijdspiegel 1910.
Brugmans