[Goes, Philip van der]
GOES (Philip van der), geb. te Delft, overl. aldaar 6 Maart 1572, zoon van Mr. Adriaen van der Goes, advocaat van Holland en Westfriesland, en Anna van Spangen; hij huwde met Maria van Adrichem, geb. te Delft.
In 1566 komt zijn naam in Delft voor als een dergenen, die beschuldigd worden van beeldenstorm, maar het is niet uit te maken of de beschuldiging gegrond is. Op 20 December 1570 wordt hij vermeld in een brief van Andries van der Goes aan Jacob de Rovere, hij wil XVc £ leenen aan zijn broeder Andries. Wanneer hij zich bij de Watergeuzen heeft gevoegd is niet bekend, later was hij kapitein. In Juli 1571 neemt hij in het Vlie het schip van een burger van Dantzig, verder wordt zijn naam niet meer op de vloot genoemd. Bij zijn boedelscheiding omstreeks 1580 compareert zijn weduwe voor haar kinderen, bijgestaan door haar broeder, een van Adrichem, te Delft.
Zie: van Leeuwen, Batavia Illustrata II. 969; Ferwerda, Wapenboek II, artikel van der Goes, 9e generatie; Rijks Archief, Brussel, Papiers d'Etat et de l'Audience, Delft; Algemeen Rijksarchief, Archief van Arent van Dorp, brief van 20 December 1570; Archief van Dantzig, Inventaris No. 6088; Familie-archief van der Goes, meded. van jhr. Mr. A. van der Goes van Naters te Baarn.
Vogels