[Gier, Johannes Baptista de]
GIER (Johannes Baptista de), priester, geb. te Driel 10 Nov. 1821, priester gewijd 7 Nov. 1844, overleed te Moerdijk 8 Maart 1885. Na zijn priesterwijding was hij assistent te Eerde en 1846 kapelaan te Made tot 1854. Daarna werd hij aangesteld als directeur van het nog slechts twee jaar te voren opgerichte gesticht Ruwenberg te St. Michielsgestel. Mgr. Zwijsen, eveneens geboortig uit Driel, belastte den directeur van Ruwenberg met het oprichten van een parochiete Moerdijk, 17 Aug. 1858. 1859 geschiedde de oprichting der parochie, die kerk hield in een schuur tot de nieuwe kerk gereed was in 1861, waarvoor de staat ƒ 2500 had bijgedragen. Deze was gebouwd door A. Bekers te Oudenbosch. De aanleg van den spoorweg naar Moerdijk en de stoombootdienst aldaar deden de bevolking zeer toenemen, hetgeen echter na den bouw der brug is opgehouden. Het zielental der parochie, in 1858 450, was in 1870 verdubbeld. Pastoor de Gier was ook de stichter der zusters van het H. Hart, die thans een bloeiend moederhuis en onderwijsinrichting te Moerdijk hebben.
Een Cornelius de Gier of Vulturius behaalde 1541 in Leuven als student van het Verken de 7de plaats in de eerste linie bij de promotie der filosofie. Nijhoff's Gedenkw. VI, vermelden als voorname inwoners van Driel in de 15e en 16e eeuw een Petrus en Egon de Ghier.
Zie: Schutjes, Gesch. 's Hertogenbosch V, 27, 88, 130-131; Kerstens, Journat. hist. XV, 306, XVI, 406-407, 615; Analectes hist. eccl. Belg. II, 328.
Fruytier