[Gentis, Dominicus de]
GENTIS (Dominicus de), geb. te Erkelens in het hertogdom Gelderland 10 Maart 1695, overl. te Antwerpen 5 Juli 1758. Hij trad in de orde der Dominicanen. Op 16-jarigen leeftijd had hij reeds zijn philosophische studiën voleind te Keulen, waar hij ook het licentiaat in de godgeleerdheid behaalde en in 1736 den graad van hoogleeraar verwierf. Naar Rome geroepen werd hij er raadsheer van het H. Officie en door zijn toen gebleken bekwaamheid werd hij belast met de afwikkeling der zaken van de prins-bisschoppen van Würzburg en Leitmeritz. De keurvorst van Keulen, Clemens August van Beieren, schonk hem den titel van gezant en Maria Theresia benoemde hem tot haren zaakgelastigde aan het romneinsche hof. Tot 1746 of 1747 bekleedde hij dezen post, in 1748 werd hij benoemd tot bisschop van Roermond, als opvolger van de Robiano; daar echter de titularis van dit bisdom zijn overplaatsing naar Antwerpen weigerde en verkoos te blijven, kreeg de Gentis zijn benoeming tot bisschop van Antwerpen 18 Maart 1749.
Van hem bezitten wij een in 1724 te Keulen geschreven werk: Over de Genade volgens den geest van den H. Thomas. Hij schreef dit, toen hij licentiaat aan de keulsche universiteit was. Hij ligt begraven in de kathedraal te Antwerpen.
Zie: M. Paquot, Mémoire pour servir à l'hist. litt. II, 515.
Kleijntjens