[Genk, Joannes van]
GENK (Joannes van), geb. 9 Sept. 1803 te Prinsenhage, overl. 10 Maart 1874 te Breda. Onder leiding van kapelaan Adr. van Roosmalen deed hij zijn latijnsche studiën, waarna hij zich begaf naar het Groot-Seminarie te Hoeven, waar hij na volbrachte studiën, 20 Febr. 1827, de H. Priesterwijding ontving. Na eerst werkzaam te zijn geweest als kapelaan te Prinsenhage en pastoor te Aardenburg, werd hij tot deken van het nieuwe dekanaat Aardenburg benoemd. In 1840 werd hij na het overlijden van mgr. Joannes van Breugel benoemd tot bisschop van Adras i.p.i. en door mgr. van Hooydonk geconsacreerd, geassisteerd door mgr. van Wijckerslooth en den bisschop van Gent, Ludovicus Delebecque.
Bij het herstel der hiërarchie werd mgr. van Genk 4 Maart 1853 benoemd door Pius IX tot coadjutor van den bisschop van Breda, mgr. van Hooydonk, met recht van opvolging, tevens benoemde deze laatste hem tot Vicaris Generaal. In 1868 na den dood van mgr. van Hooydonk werd hij de tweede bisschop van het diocese Breda.