[Gelder, Hendrik van]
GELDER (Hendrik van), overl. te Zaandam (W.-Z.). Hij werd doopsgezind predikant te Ouddorp (op Goeree) als tijdelijk 9 Dec. 1759, voor vast 17 Aug. 1760, te Enkhuizen 3 Nov. 1765, te Enschede in Sept. 1771, te Zaandam (W.-Z.) bij de vlaamsche doopsgezinden in 1781. Hij was gehuwd met Maria Smidt, dochter van Petrus Smidt, hoogleeraar der Zonisten te Amsterdam (zie Doopsgezinde Bijdragen 1868, 101, 1872, 55, 1890, 110). Hun zoon Petrus Smidt van Gelder werd papierfabrikant. Hij schreef, behalve de Lijkrede op S. Hoekstra Wz. (Amst. 1786) en Het leven van Joannes den Dooper in leerredenen (W.-Zaandam 1803), nog Leerrede ter gedachtenis aan het 100-jarig bestaan van het kerkgebouw der Doopsgezinde gemeente te West- Zaandam 4 Nov. 1787 (Amst. 1787).
Zie: de Bie en Loosjes, Biogr. Woordenboek van Protest. Godgel. in Ned. III, 200;