[Geesteranus, Justus]
GEESTERANUS (Justus), geb. op Loevestein omstr. 1628, overl. te Alkmaar in 1671. Hij was de zoon van Arnoldus Geesteranus (dl. III, kol. 439-441) en Susanna van Oostdijk en werd remonstrantsch predikant te Zwammerdam in 1656, te Amersfoort in 1657/1658, te Alkmaar in 1662. Hij schreef anoniem: Op de afwijkinge van enige uit devergadering der Christenen, die om de remonstrantie van verdraagzaamheit remonstranten geheten worden, uit wereldse inzigten tot anderen, door N.N. bedien: des H. euang. in de gemeente der remonstranten tot Vre-landt [d.i. Alkmaar] ('s Grav. 1670). hij copieerde het verhaal van zijn vader, ‘tot gerieff van Dn. Brandt in haast aangeteikent’, van woord tot woord, en teekende zich: Justus Geesteranus van Loevestein. Ook worden twee brieven van hem bewaard d.d. 10 Nov. 1653 en 4 Maart 1656. Hij schreef een gedicht op den dood van J.A. Koenerding, zijn voorganger te Zwammerdam (dl. IV, kol. 891), dat door diens zoon werd uitgegeven in den bundel LandtLevens-Lof door J.K. (Amst. 1658).
Zie: de Bie en Loosjes, Biogr. Woordenboek van Protest. Godgel. in Ned. III, 192 v.; Catalogus van handschr. op de bibl. der remonstr. geref. gem. te Rotterdam (Amst. 1869), no. 306, 1177 v.; L.D. Petit, Repertorium der verhand. en bijdr. in tijdschriften.... II (Leid. 1913), kol. 643, III (Leid. 1928), kol. 660; J.I. van Doorninck, Bibliotheek v. ned. anonymen en pseudonymen ('s Gravenh./Utr. [1870]), kol. 345; dez., Vermomde en naamlooze schrijvers (Leiden 1883), kol. 435; F. Kossmann in Het Boek 1923, blz. 120.
Knipscheer