[Frische, Christianus Cornelius]
FRISCHE (Christianus Cornelius), geb. te Thorn 3 Oct. 1703, overl. aldaar 17 Dec. 1759, zoon van Joannes Mathias Frische, notaris en secretaris der abdij Thorn 1717-28, en van Catharina Kirchraeht; hij was eveneens notaris en secretaris der abdij 1728-59, grondmeier van het vorstendom 1730-40, presentiemeester der abdij, armenmeester 1737, alsmede scholtis der vrijheerlijkheid Meijel 1738-59. Hij onderteekende 27 Mei 1729 een verklaring van de vorstin-abdis Francisca Christina, paltsgravin van Palts-Sulzbach, dat in het rijk van Thorn voortaan alleen notarissen en procureurs zullen zijn toegelaten, die door haar gemachtigd zijn; 23 Sept. 1742 werd hij door de dekanen en het kapittel van Thorn afgevaardigd naar de commissie, die te Gelder vergaderd was, om te besluiten over het recht van appèl te Echt afgekocht van den Koning van Pruisen, als heer van Montfort (Lb.). Uit zijn huwelijk met Anna Catharina Schoenmakers werden twaalf kinderen geboren, waarvan te noemen: Joanna Antonia (geb. 12 Mei 1729, huwde 29 Jan. 1750 Joannes Jacobus Dirix uit Hasselt); Joannes Mathias Franciscus (die volgt); Joannes Jacobus (die eveneens volgt); Joannes Winandus (geb. 25 April 1735, trad 10 Nov. 1753 in het klooster der Augustijnen te Bree, werd bij decreet van 4 Nov. 1798 tot deportatie veroordeeld); Joannes Bernardus (geb. 21 Aug. 1736, overl. 30 April 1788, huwde Anna Catharina Mela uit Maeseyck); Joannes Emmanuel (geb. 29 Juli 1739, huwde 18 Jau. 1761 Petronella Caters uit Maeseyck).
Zie: Doop, huwelijk- en overtijdensregisters van Thorn; Jos. Habets en A.J.A. Flament, De archieven van het kapittel der vorstelijke rijksabdij Thorn II, 137, 142, 144, 150, 152, 224, 232, 251, 283, 355, 847; Jos. Habets, Geschiedenis van het bisdom Roermond (voortgezet door W. Goossens) IV1, 105.
Verzijl