heden zijn ook bekend over zijn afvaardiging tegen Pieter Overd'hage of Hyperphragmus de Zuttere te Hoogmade (dl. IV. kol. 1049 v.). Het vertrouwen dat de synoden in hem stelden bleek meermalen o.a. uit zijne herhaalde benoeming tot voorzitter, en uit zijn optreden in zake Herman Herberts na diens Corte verclaringe.... (1584) (dl. VII, kol. 559-561). Op 60-jarigen leeftijd werd hij nog predikant te den Briel (1606); emeritus 1 Mei 1613. Van Maart tot Mei 1611 heeft hij de ‘haagsche conferentie’ bijgewoond. Evenals Ruardus Acronius (dl. V, kol. 5 v.) had hij deel in de samenstelling van Bedenckingen over de beroepinghe C. Vorstii.... (1611) (dl. III, kol. 1342-1344). Nog op 13 Mei 1616 heeft hij zich voor de hoogeschool te Leiden laten inschrijven, 70 jaar oud. In deze dagen heeft hij uitgegeven: Den staet van de voornaemste quaestien ende geschillen die gedisputeert worden tusschen de oude rechtgesinde contra-remonstranten ende de nieuw-gesinde remonstranten (Amst. 1616).
Zie: de Bie en Loosjes, Biogr. Woordenboek van Protest. Godgel. in Ned. III, 120-125; Kerkelijk Handboek (1907) Bijl., 107, 118; J.H. Maronier, Jacobus Arminius (Amst. 1905), 96; G. Tjalma, Philips van Marnix, heer van St. Aldegonde (Amst. 1896), 301, aant. 3; M.F. van Lennep, Gaspar van der Heyden (Amst. 1884), 173, 191, aant. 1; Werken Marnix Vereeniging Serie I, dl. III, 79, 84, 119; Serie II, dl. II, 57. 63, 71-74, 78; Serie III, dl. II, 27, dl. IV, 105, 134, 147 v., 196, 198, 205, 213, 221, 269, dl. V, 219, 262, 263, 276.
Knipscheer