[Fock, Franciscus)]
FOCK (Franciscus), geb. te Loevestein in 1755, overl. te Amsterdam 23 Jan. 1820. Zijn overgrootvader Gerardus Fock stierf als predikant te Valburg 30 Nov. 1745; zijn groot vader Franciscus Fock stierf als predikant te Loevestein in 1748; zijn vader Petrus Fock werd emeritus als predikant te Loevestein in 1795. Hij studeerde te Leiden in de godgeleerdheid en werd predikant te Tricht 6 April 1777, te Asperen 23 Oct. 1785, te Delfshaven 25 Oct. 1789, te Gouda 14 Mei 1797, te Amsterdam 18 Maart 1798. Op 31 Oct. 1779 is hij gehuwd met Adriana van Everdingen (geb. 1 Nov. 1749, overl. 1809). Hij schreef: Verhandeling over de zachtmoedigheid (Amst. 1802); Verhandeling over de vredelievendheid (Amst. z.j.); Noach in zijn lotgevallen en karakter beschouwd.... (Amst. 1809), en een voorrede in de vertaling van Ewald's Opvoeding van het menschdom.
Zijn portret is gegraveerd door H.W. Caspari.
Zie: de Bie en Loosjes, Biogr. Woordenboek van Protest Godgel. in Ned. III, 77 v.; Kerkelijk Handboek (1903) Bijl. 157 (bis), (1907) Bijl. 103, 109, 117, (1908) Bijl. 103; Alphabetische naamlijst van boeken.... (1790-1831), 173 v.; Bibliotheca theologica et philosophica (Lugd. Bat., Burgersdijk en Niermans 1900), 774.
Knipscheer