[Flier, Gerrit Jacobus van der]
FLIER (Gerrit Jacobus van der), geb. te Nijkerk 27 Dec. 1841, overl. te 's Gravenhage 25 Dec. 1909. Zijn ouders waren Albertus van der Flier en Petronella Jacoba de Hoest. Hij studeerde in de godgeleerdheid te Utrecht en promoveerde op: Historisch-kritisch onderzoek naar de echtheid van Rom. 15 en 16 (Utr. 1866). Hij werd predikant te Eemnes-binnen 6 Jan. 1867, te Heemstede 28 Aug. 1870, te Delft 3 Aug. 1873, te 's Gravenhage 11 Aug. 1878; emeritus 1 Oct. 1909. De hoogste kerkelijke ambten heeft hij bekleed. Sedert 1900 was hij voorzitter van de Synode der Ned. Herv. Kerk; sedert 1 Jan. 1894 secretaris van de ‘Commissie tot de zaken der protestantsche kerk in Indië’; in Oct. 1898 deed hij in opdracht van de synode een reis naar Palestina om de inwijding van de Verlosserskerk te Jeruzalem bij te wonen. Op 1 Mei 1894 is hij benoemd tot hofprediker en mocht hij het godsdienstonderwijs en de voorbereiding tot het lidmaatschap van de Ned. Herv. Kerk leiden van prinses Wilhelmina. Op 26 Oct. 1896 volgde Hare bevestiging tot lidmate. Daarenboven heeft hij het huwelijk van de Koningin met prins Hendrik ingezegend op 7 Febr. 1901. Hij was gehuwd met Maria ten Bosch. Zijn portret staat in De Schatkamer (1909), blz. 10. De toespraken, bij al de genoemde en ook bij andere gelegenheden gehouden, zijn in druk verschenen en veelal meermalen herdrukt. Bovendien schreef hij o.a.: Het Darbisme geschetst.... (Dordr. 1878; omgewerkte druk 's Gravenh. 1879); Brief aan prof. dr. J.H. Gunning over zijn voorstel tot kerkreorganisatie.
Zie: de Bie en Loosjes, Biogr. Woordenboek van Protest. Godgel. in Ned. III, 61-64; Kerkelijk Handboek (1907) Bijl. 111, 119, (1908) Bijl. 118, (1910) Bijl. 155.
Knipscheer