coba de Fierlans, non van Bethania, een Windesheimer klooster te Mechelen, die veel arbeid verrichtte in het afschrijven der koorboeken voor St. Meertensdal. De familielijsten van Fierlants in Goethals, Dictionnaire Généalogique (1849) II en de Herckenrode, Nobiliaire des Pays Bas I, 748 en vv. zijn niet volledig. Zij vermelden deze Barbara Jacoba en ook Simon, den augustijner kanunnik, niet. In dien tijd waren er niet minder dan drie Simons de Fierlant in de familie, kleinzonen en achterkleinzoon van Simon: deze Simon (3), de kanunnik, Simon, die voorafgaat, de bekende kanselier,
zoon van Maarten en nog een door Goethals vermelde Simon, allerist ini het spaansche leger, zoon van Paul Rudolf Maartenz., overl. 1623. Hij stierf zonder nakomelingschap.
Zie: Analectes hist. eccl. Belg. XII, 461, XIII, 72, 79, 88; Taxandria XVI (1909), 57.
Fruytier