Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 8
(1930)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 536]
| |
uit Harlingen, den tot dusverre bekenden stamvader van het geslacht. Deze behoorde tot de Doopsgezinde Gemeente der Friezen, die in 1589 door hun strengere geloofsgenooten waren uitgebannen en te Amsterdam een eigen gemeente onder Lubbert Gerritsz hadden gesticht (de z.g. Jonge Friezen). Aanvankelijk vergaderde men ten huize van Feitama in de brouwerij de Lely. In een der eerste vergaderingen dezer gemeente d.d. 18 Nov. 1590 werd Robbert Robbertsz le Canu, de latere libertijn, uitgebannen. Als weduwnaar van Stijntje Jansdr. Blaeu (een zuster van den bekenden Willem Jansz Blaeu), huwde deze Feitama den 31sten Juli 1593 te Amsterdam met Aeght Jansdr. Hij werd begraven te Amsterdam in de Nieuwe Kerk den 11den Nov. 1631, wonende op den Nieuwendijk (thans no. 31) ‘daer de groene vyffhoeck uithangt’, welk huis hij in 1609 had gekocht. Zijn vermogen schatte men in 1631 op ƒ 40.000. Diens oudste zoon Jede Jacobsz Feitama (geb. omstr. 1590, ged. bij de Waterlandsche Gemeente te Amsterdam 27 Febr. 1614, overl. als brouwer ‘in de 2 haringen’ te Haarlem in 1642), zette het geslacht voort en huwde te Haarlem in 1616 met Lijsbeth Willem Gijsbertszdr, wier zuster Margrietje in 1621 trouwde met den bekenden doopsgezinden voorganger Reinier Wybrandtsz. De vierde zoon Jacob Jacobsz F. was een vriend van Mattheus Gansneb Tengnagel, die hem zijn Amsterdamsche Lindenbladen (den 3den van Oogstmaand 1640) heeft opgedragen. Zijn overlijden wordt herdacht in Lof- en lijckdicht over 't prijelijck Leven en sterven van den Amsterdamschen Filosoef of wijsgeerigen Jacob Feytama gestorven te Amsterdam op den 10 dagh in Slagtmaand van 't Jaar 1669 (Karel Verloove, De Koddige Opdisser, 2de druk, 1678, 11-16). Zie: Ned. Heraut I, 64, 71 (waar personen met den naam Jacob Feitama onderling verward worden); Elias, Vroedschap van Amsterdam I, 475; Moes-Burger, De Amsterdamsche Boekdrukkers en Uitgevers III, 84; Kwijtscheldingen 31, 9 en Prot. not. L. Lambertii d.d. 12 Febr. 1632, 810, 105 (Amsterdamsch Gem. Archief); Memoriaal van Reinier Wybrandtsz (Doopsgezind Archief te Amsterdam); Oud-Holland, 1883, 199; Maandschrift Ned. Leeuw, 1924, 48. Wijnman |
|