gieke gouverneur Iman Willem Falck is te recht genoemd de laatste groote figuur der Compagnie. Als na het uitsterven der dynastie van maharadja Singha, de vorst van Candi het oppergezag der O.I.C. tracht af te schudden, moet hij die poging tot verzet met het verlies zijner hoofdstad bekoopen (19 Febr. 1765). De opstandige weet de Nederlanders echter uit Candi te verdrijven, tot met de komst van den nieuwen gouverneur Falck de kans keert en diens gelukkige geniale campagne den keizer van Candi
dwingt tot het tractaat van 14 Febr. 1766, waarbij hij voor altijd afziet van de souvereiniteit over de kusten en kaneellanden van Ceilon. Toen in 1813 het kerkhof te Colombo werd opgeruimd en ook zijn stoffelijk overschot naar de kerk van Wolvendaal werd overgebracht, wijdde het Additional Supplement to the Ceylon Gazette (van Dinsdag 2 Sept. 1813) hem een artikel, waarin het herdacht ‘this truly excellent man, who in the course of his government restored good order in every department, retrieved the losses of the war, and died universally respected and regretted’. Te laat heeft het opperbestuur in Nederland ingezien, dat hij de eenige man zou geweest zijn om de corruptie in de regeeringscoterie uit te roeien. Een schitterende voor dien tijd zeer ongewone hulde werd hem gebracht in de vergadering der Staten-Generaal (19 Mei 1786), toen de eerste advocaat der O.I.C., Mr. F.W. Boers (sedert 1777) hem in welsprekende bewoordingen herdacht.
Hij was gehuwd, doch overleed kinderloos.
Zie: van Kampen, Nederlanders buiten Europa III, 194 e.v.; Gedenkschr. van A.R. Falck; Martens, Recueil I, 317, waarin het tractaat van 1766 opgenomen is; Boers, Extract uit het rapport aan H.H.M.M. mondeling gedaan op 19 Mei 1786; Colenbrander, Kol. Gesch. II ('s Gravenh. 1916); Haafner, Reize te voet door het eiland Ceilon, 2e druk, 131 (Amsterd. 1826).
Bartelds