Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 8

[Eliacus, Martinus]

ELIACUS (Martinus), ook Martinus Argidius (?), of Eleus, of Marten Eelkes, van geboorte een Fries, overl. te Emden 6 Dec. 1573. Vóór 1565 was hij pastoor te Tjum. Wegens zijn hervormde gevoelens gedwongen te vluchten, week hij naar Oost-Friesland en werd aldaar in 1565 te Hinte ter leen aangenomen. Antonius Nicolaï van Wassenaar (zie dl. V, kol. 371 v.) deed in de consistorie te Emden op 18 Maart 1566 het voorstel om hem naar Friesland (ongetwijfeld te Leeuwarden) te beroepen. Op denzelfden dag, 8 Sept. d.a.v., begonnen beiden hun levensgevaarlijk dienstwerk te Leeuwarden. Op 12 Jan. 1567 moesten zij Leeuwarden verlaten. Eliacus vlood naar Emden, waar hij 15 Nov. 1568 als predikant bevestigd werd en stierf. Volgens een roomschen verslaggever van de gebeurtenissen in Leeuwarden was de dienst aldaar ingericht ‘nae die Zwingelsche maniere’.

Zie: J. Reitsma, Honderd jaren uit....

[p. 465]

de Hervorming.... van Friesl. (Leeuw. 1876), 115, 121, 126, 250 v.; Willebrordus van der Heijden, Verhaal van de verrigtingen der Jezuieten in Friesland, vert. door Amersfoordt en Evertsz. (Leeuw. 1842), 12, 217; E.J. Diest Lorgion, Gesch. v.d. Kerkherv. in Friesland (Leeuw. 1842), 41, 138, 155 v.; T.A. Romein, Naamlijst der pred..... van Friesland (Leeuw. 1886), 5, 6, 260; J. Reitsma, Gesch. van de Hervorming en de Herv. Kerk, 3de dr. (Utr. 1916), 295; C. Sepp, Uit het predikantenleven.... (Leid. 1890), 65; Kerkelijk Handboek (1911), 164, 188; Studien en Bijdragen op 't gebied der hist.-theologie III (Amst. 1876), 34; Troffel en Zwaard XIII (Leid. 1910), 30; E. Meiners. Oostvrieschlandts kerkel. Gesch. I (Gron. 1738), 457-459.

Knipscheer