[Eerten, Bartholomeus Johannes Westerbeek van]
EERTEN (Bartholomeus Johannes Westerbeek van), geb. te Nieuwvliet in 1817, overl. te Doetinchem 2 Jan. 1888. Hij studeerde te Utrecht in de godgeleerdheid en werd predikant te Varseveld 13 Oct. 1844 nadat hij er twee jaren hulpprediker was, en te Doetinchem 1 Juni 1856. Hij schreef: Liederen en gebeden voor kinderen (Doet. 1867): Dankoffer aan de graven van mijn onvergetelijke ouders (Dordr. 1855); De christelijke landman.... (Montf. 1857); Tweetal leerredenen.... (Doesb. 1851); redigeerde mede: Het ééne noodige, stichtelijk dagboek 1858-1860; en vertaalde: Geschiedenis der Hervorming in Schotland, uit het Hoogd. van K.G. von Rudlof (Rott. 1853-1857); ook: De wolke van getuigen, levensschetsen uit het Hoogd. v.A. Neander, C. Ullmann, e.a. (Rott. 1852; 2de dr. 1855).
Zijn zoon J.J. Westerbeek van Eerten schreef o.a.: Anabaptisme en Calvinisme.... (Kampen 1905).
Zie: de Bie en Loosjes, Biogr. Woordenb. van Protest. Godgel. in Ned. II, 708; Kerkelijk Handboek (1903) Bijl., 122, 158, (1909), 141; Brinkman's Catalogus (1850-1882), 856, 1305, 1313, (1882-1891), 533, (1901-1910), 1016, 1161.
Knipscheer