[Dijk, Joannes]
DIJK (Joannes), geb. te Medemblik 27 Oct. 1791, overl. te Amsterdam 1 Maart 1874. Hij studeerde te Utrecht in de godgeleerdheid en werd predikant te Middelie 13 Febr. 1814, te Oost- en West-Blokker 3 Maart 1816, te Zwaag 4 Oct. 1818, te Berkhout 21 Sept. 1828; emeritus 1 Juli 1837; hulpprediker te Amsterdam van 1851-65. Hij schreef: De slapende in den Haarlemmerhout.. (Amst. 1844); Sophia van Berkhout, een verhaal uit de geldersche geschiedenis van 1319 en 1320, drie deelen (Amst. 1845); De burchtvrouw van Collendoorn, naar oud-sallandsche kronieken en legenden (Zwolle 1843); De kapellaan (Amst. 1847); De vreemdeling in N.- Holland.... (Amst. 1850); De bede van Agur (1851); Josef.... (Amst. 1854).
Zie: van Langeraad en de Bie, Biogr. Woordenboek van Protest. Godgel. in Ned. II, 679.
Knipscheer