broederschap in de Kruisheerenkerk, ook van de H. Sacramentsbroederschap in de collegiale kerk, waarvan hij in 1714 en 1716 assistent, 1715 praefect en 1718 en 1719 tot consultor werd gekozen. In een schrijven uit Düsseldorf den 27sten Mei 1704 aan den bisschop van Roermond, waarin
hij zijn verwondering te kennen geeft over het feit, dat er ‘arrest geimponeerd’ is op de meubels van wijlen zijn oom Simon Dammerier, in leven pastoor van Well, noemt hij zich: ‘Raeder der financie ende Cabinetschilder van sijne Curfurstlich durchleucht zu Paltz etc.’. Hij bezocht de hoven van Weenen, Kopenhagen, Modena en Florence om aldaar portretten te schilderen; deze worden geprezen om kleurschakeering, kracht van uitdrukking, gelijkenis en majesteit in de houding der figuren. Hij schilderde de portretten van den hertog van Neurenberg en diens echtgenooten, van Johan Willem, keurvorst van de Palts en diens echtgenoote, den koning en de koningin van Portugal, keizer Leopold I en diens echtgenoote Wilhelmina van Brunswijk, de prinsen van het hof van Weenen, Amalia, prinses van Hannover. Van zijn hand bevinden zich in het museum te Florence een H. Anna, de H. Maagd lezen leerende, verschillende portretten van Johan Willem, keurvorst van de Palts en zijn vrouw Anna Maria de Medici. Ook is daar zijn zelfportret. Een ruiterportret van den keurvorst bevindt zich te München. In het Louvre te Parijs bevinden zich van hem twee schilderstukken: Susanna en de ouden en een H. Familie. Een andere H. Familie werd in 1767 door van Capello te Amsterdam verkocht voor ƒ 150. Een Christus aan het kruis omgeven door Engelen, die Zijn bloed in kelken opvangen, in 1885 door L. van de Winkel te Maastricht hersteld, bevindt zich in de kerk van Lottum.
Douven was gehuwd met Maria Johanna Daniels uit Düsseldorf. Zijn zoon Bartholomeüs (geb. te Düsseldorf in 1688), was ook hofschilder van den keurvorst van de Palts; hij werd later hofschilder van den keurvorst-aartsbisschop van Keulen. Hij was een leerling van Adriaan van der Werff (wiens portret en dat zijner echtgenoote, door Frans Douven geschilderd, zich bevinden in de schilderijenverzameling te Fahnenburg). Een schilderij van hem: ‘La vierge aux cerises’ bevindt zich in het Napoleon-museum te Parijs, een medaillon-portret, door verschillende personen vastgehouden, te Florence. Anna Elisabeth, dochter van Frans Douven, huwde 21 Nov. 1706 met von Reiners, hofraad en later geheimraad en vicekanselier van den keurvorst van de Palts; van hem spreekt Douven in een schrijven d.d. 11 Jan. 1707, gericht aan Johan Hubert Boermans, scholtis te Well; hij noemt hem hofraad en geheimen cabinet. secretaris. Een andere zoon van Douven was keurvorstelijk regeeringsraad en hofkamerdirector en evenals zijn vader lid van de H. Sacramentsbroederschap te Düsseldorf. Een Douvenstraat houdt te Roermond den schilder in eere.
Zijn portret, dat zich in de Uffizi te Florence bevindt, is gegraveerd door P.A. Pazzi en P. Lasinio.
Zie: I. Immerzeel, De levens en werken der hollandsche en vlaamsche kunstschilders; J.W. Regt, Beroemde personen; Roermondsche almanak van 1856; Provinciale almanak van Limburg (1876), 150-151; Maasgouw (1898), 29, (1909), 79; A.F. van Beurden, Wie was Frans Douven?; Brieven d.d. 11 en 25 Jan. 1707 door den schilder, geschreven aan Johan Hubert Boermans, scholtis van Well; Wurzbach, I, 423, 424; Thieme-Becker, IX, 519, 520; van Gool,