moest openbaar onderwijs zijn; hij hechtte zeer aan de wet van 1806 en achtte die van 1857 niet ten volle een verbetering. Zijn benoeming tot lid van het Koninklijk Instituut, later der Koninklijke Akademie dankte Delprat aan zijn kerkhistorische studiën. Met historische studiën was hij reeds in zijn prille jeugd begonnen, toen hij door een toeval toegang verkreeg tot het archief der admiraliteit van Rotterdam. Vooral in Rotterdam heeft hij later een groote werkzaamheid op dit terrein ontwikkeld. Hij heeft van allerlei gepubliceerd, bronnen en studiën, vooral in Nijhoff's Bijdragen. Afzonderlijk verschenen: Mémoires relatifs à la guerre de succession de 1706-1709 et 1710 de Sicco van Goslinga.... (uitg. voor het Fransch genootschap met U.A. Evertsz. Leeuwarden, 1857, 8o); Lettres de Juste Lipse, concernant ses relations avec les hommes d'état des Provinces Unies des Pays-Bas, principalement pendant les années 1580-1587 (in Verh. Kon. Akad. van Wet. afd. Lett. I. Amsterdam 1858). Maar Delprat's voornaamste werk zal blijven dat over Geert Groote. In Juni 1827 schreef het Provinciaal Utrechtsch Genootschap een prijsvraag uit over De Broederschap van Geert Groote en over den invloed der fraterhuizen op den welenschappelijken en godsdienstigen toestand, voornamelijk van de Nederlanden, na de veertiende eeuw. Delprat zond een antwoord in, dat 29 Juni 1829 door het genootschap werd bekroond en uitgegeven (Utrecht 1830, 8o; 2e dr. Arnhem 1856, 8o; duitsche vertaling door Mohnike, Leipzig 1840, 8o). De resultaten van
Delprat waren geheel nieuw, zoodat zijn werk, later nog uitgebreid, ook een geheel onbekende cultuurperiode van ons land en volk openbaarde. Ook nu nog heeft zijn werk groote waarde, al is het in bijzondere onderdeelen door hernieuwd onderzoek ook achterhaald en al mag men constaleeren, dat Delprat de beteekenis en vooral den invloed der fraterhuizen heeft overschat. Hij huwde 22 Nov. 1819 te Leeuwarden Louise Egbertine Adema, dochter van Mr. Barro Adema en Anna Catharina Hora Siccama, die hem reeds 11 Dec. 1821 ontviel; daarna hertrouwde hij te Leeuwarden 29 Mei 1829 Anna Cats, dochter van Mr. Epo Cats en Anna Reinoudina Manger, die 1 April 1869 te Rotterdam stierf en die hem twee kinderen schonk.
Zie: Jaarboek Kon. Akad. (1871), 79 vlg.; Levensb. Letterkunde (1872), 193 vlg.; Bull. de la comm. d'hist. des églises wallonnes III, 377 vlg.
Brugmans