wenteling stond hij Hogendorp op dezelfde
wijze ten dienste. Intusschen had hij voortdurend zijn predikambt waargenomen; als predikant zat hij ook in de kerkelijke commissiën onder koning Lodewijk en den Keizer, die een nieuwe kerkelijke organisatie zouden beramen. Evenzoo zat Delprat in de commissie ter voorbereiding van de kerkorde van 1816, gelijk ook in de synode van 1816 en van 1817. In laatstgenoemd jaar werd hij benoemd tot hofprediker; hem was ook de godsdienstige vorming der Prinsen en Prinsessen opgedragen. In 1827 vroeg en verkreeg hij zijn emeritaat, maar bleef tot zijn dood hofprediker. Hij huwde te Amsterdam den 11. Oct. 1784 Françoise May, dochter van Jean May en Marthe Naudin, die hem elf kinderen schonk. Delprat behoorde tot de gematigde orthodoxie van zijn tijd; hij was aanhanger van het rationalistisch supranaturalisme, dat destijds in de kerk nog algemeen werd aangehangen. Wij bezitten van hem een Journal concernant les événements politiques de notre patrie depuis 1798-1807, dat belangrijke gegevens over dezen tijd bevat en door zijn kleinzoon Mr. H. Delprat is uitgegeven (in Bijdr. en Med. v.h. Hist. Gen. XIII, 174 vgl.).
Zie: Bosscha, Leven van Willem II, passim; Ypey en Dermout, Gesch. der Ned. Herv. Kerk IV, 508 vlg.; Bulletin de la Commission pour l'histoire des églises wallonnes III, 368 vlg.; Bijdr. en Meded. v.h. Hist. Gen. XIII, 174 vlg.; de Visser, Kerk en Staat III, 118, 141, 143, 157, 219, 223.
Brugmans