Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 8

[Delen, Mr. Isaäc Steven van]

DELEN (Mr. Isaäc Steven van), ged. te Druten 6 Januari 1732, overl. 3 Sept. 1771, zoon van Nicolaas Hans Willem (1), die volgt, en van diens tweede gade Dina Henriëtte barones Cronström.

Nog onmondig zijnde, werd hij 27 Nov. 1744 met Schonenburg beleend, in de ridderschap van Nijmegen geadmitteerd 16, door het kwartier 17 Mei 1754. Den 9en Mei 1761 wondde hij bij vergissing zijn schoonvader doodelijk en viel toen zijn schoonmoeder aan, omtrent wie hij kwaad vermoeden had opgevat; hij werd wel op het ambtmanshuis te Tiel gevarigen gezet, doch ontvluchtte 13 Mei (vermoedelijk oogluikend) waarna hij veroordeeld werd geradbraakt te worden. Den 3en Sept. 1771 werd hij, stroopende te Deutz, door den jachtopziener der abdij, op welker goederen hij meermalen zonder vergunning jaagde, dood geschoten.

In Januari 1757 was hij gehuwd met Margaretha Gijsbertha van Brakell, geb. 2 Juni 1742, overl. te Druten 17 Aug. 1829, dochter van Dirk Louis v.B. tot den Brakel, heer van Vredesteyn en in Grijsoord (vermoord door zijn schoonzoon), en van Jacoba Woutrina de Lange. Margaretha, op wier naam Schonenberg in 1800 werd overgeteekend, liet zich na het bovenvermeld voorval terstond

[p. 372]

van haar man scheiden en hertrouwde in 1773 met Nicolaas Hans Willem v. Delen (2), die volgt.

Over den bedoelden moord bestaat een boekje: Die über den Baron von Delen verübte abscheul. Mord klagende, und um Rache schreiende Gerechtigkeit. Mit poet. Feder entworfen. Und von dessen Frau, Freyfrauen von Delen geb. v. Brackel, wie auch Frau-Muller, Freyfr. von Delen, geb. v. Cronström.... zum Druck befördert, s.l. 1773.

Zie: Ned. Heraut, 166; Geld. Volksalm. (1888), 83-94; Herald. Bibl. (1880), 314; Riddersch. van Nijmegen, 403; Catal. Bibl. Rengers van Naerssen, no. 1492.

Regt