[Deinse, Bernardus van]
DEINSE (Bernardus van), geb. te Veere in 1629, overl. te Vlissingen 22 Juli 1706. Hij was een zoon van Gideon van Deinse en Maria Anteunissen (predikant te Oostburg 1607, West-Souburg 1608, Veere 1628 tot zijn dood in 1652), en nakomeling van jonkheer Bernard van Deynse, heer van Hertselaer (zie dit decl kol. 387). Hij studeerde te Utrecht, en werd predikant te Westkapelle 27 Aug. 1654, te Vlissingen in 1668. In 1659 was hij vlootpredikant op den tocht naar de Sont; omstreeks 1674 was hij legerpredikant. Omdat hij eens Jacobus Koelman (dl. III, kol. 709 v.; dl. V, kol. 301-303) een preekbeurt had laten waarnemen met de heimelijke bedoeling dat deze wellicht in zijn ambt zou hersteld worden, werd Deinse zelf voor drie maanden in zijn ambt geschorst met verlies van traktement (1684). Te Vlissingen is hij in 1660 gehuwd met Johanna de Boudt, na haar overlijden met Krijna Everts, wed. van Mr. Johannes Morrhis, in leven predikant te Breskens.
Zie: van Langeraad en de Bie, Biogr. Woordenb. van Protest. Godgel. in Ned. II, 408-410; A.F. Krull, Jacobus Koelman (Sneek 1901), 95-97, 411-413; Kerkelijk Handboek (1909) Bijl. 140, 148, 150, 153.
Knipscheer