gesticht. Op 6 Nov. 1622 heeft hij ook te Parijs gepreekt in het huis van Hugo de Groot. Te Amsterdam optredende voor de Remonstranten aldaar is hij gevangen genomen, waarna hij ruim zes jaren te Loevestein is opgesloten. In den nacht van 19 Juli 1631 is hij gevlucht. Hij werd remonstrantsch predikant te Rotterdam 27 Febr. 1632, en bleef daar tot zijn dood. S. Lansbergen hield een lijkrede op hem (zie dl. II, kol. 785). Er zijn vele brieven van en aan hem overgebleven, ten deele ook uitgegeven.
Hij schreef: Aenwysinghe vande onbehoorlicke wyse van doen, die M. Adrianus Smoutius ghepleecht heeft.... door P.G. (Rott. 1610).
Zijn portret door een onbekend schilder bevindt zich in de Remonstrantsche kerk te Rotterdam; een miniatuurportret was in het bezit van jhr. Mr. V. de Stuers te 's Gravenhage; zijn portret is gegraveerd door R. Vinkeles.
Zie: J. Tideman, De Remonstr. broederschap. Biogr. Naamlijst (Amst. 1905), 32, 35, 37, 47 v., 50-52, 77, 187 v., 192, 273, 412, 418; Kerkelijk Handboek (1907) Bijl., 128, 166; H.C. Rogge, Joh. Wtenbogaert en zijn tijd, drie deelen (Amst. 1874-76) I, 105, II, 16-18, 21, 122, III, 2, 6, 30, 62, 76-86, 90-92, 108 v., 114, 163-167, 197, 201, 224, 260-268, 292; Catalogus van handschriften op de bibl. der rem.- geref. Gem. te Rotterdam (Amst. 1869), no. 178, 273-275, 291, 849-916, 1545, 1549 v.; Brieven... van Joh. Wtenbogaert (Utr. 1868-75), drie deelen, Register achter dl. III, blz. 343, 347; Praestantium ac eruditorum virorum epistolae.... (Amst. 1704), 699 v., 935 v.; J.I. van Doorninck, Bibliotheek van ned. anonymen en pseudonymen ('s Gravenh. en Utr. 1870), kol. 22, no. 197; J. Reitsma, Gesch. van de Hervorming en de Herv. Kerk, 3e dr. (Utr. 1916), 534, 571; Reitsma en van Veen, Acta III, 226, 276, 287, 303, 385.
Knipscheer