Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 8

[Cox, Joannes]

COX (Joannes), geb. te Roermond, aldaar overl. 11 Juni 1689, zoon van Henricus, koninklijk raad van Gelder en van Cunera Spiegel, werd in 1629 tot kanunnik van het kapittel te Roermond gekozen; hij was tevens scholaster. Toen hij in 1641 bij de keuze van een nieuwen deken in aanmerking kwam, staakten de stemmen tusschen hem en den kanunnik Dirk Cox. Dientengevolge ontstond in het kapittel een langdurig geschil, dat acht jaren later eerst door den paus werd beëindigd. Innocentius X, wien door devo-

[p. 328]

lutie het benoemingsrecht van een deken was ten deel gevallen, ging beide bovengenoemde kandidaten voorbij en benoemde in 1649 den kanunnik Peregrinus Vogels tot deken van het kapittel. Den 4en Maart 1657 overleed Gerard Cox (die voorgaat). Zijn broeder Joannes wenschte de kerkelijke teraardebestelling van zijn broeder bij te wonen, doch werd daarin verhinderd door een bisschoppelijke excommunicatie, die wegens ongehoorzaamheid op hem rustte. De bisschop ontsloeg den kanunnik bij schrijven van den volgenden dag van zijn straf, zoodat deze nog bij de begrafenis kon tegenwoordig zijn. Cox overleed als hoogbejaard grijsaard en werd in de domkerk begraven.

Zie: Jos. Habets, Geschiedenis van het tegenwoordige bisdom Roermond III, 94.

Verzijl