Friesland (Harl. 1750) als: Lettre pastorale contre le fanalisme, adressée aux Mennonites de Frise, Trad. du Hollandois (Leide 1752), voor wien men ook Elie Luzac (zie dl. I, kol. 1287-90) heeft gehouden. Toch voegt Sepp hieraan toe: ‘Er is in de gissing iets verblijdens voor zoo ver zij op de veronderstelling rust, dat Courtonne veel sympathie koesterde jegens Stinstra's geschrift’. Hij vertaalde een werkje van W. Watton, Some Toughts concerning a proper Method of studying Divinity (London 1734) als: Bedenkingen over de beste wijze van studeeren in de H. godgeleerdheid.... (Leeuw. 1765). Eveneens gaf hij uit: Lettres de Charles Drelincourt au prince Ernest, Landgrave de Hesse, sur son changement de religion (1664), nouvelle édition retractée, corrigée et augmentée de notes par J. Courtonne.... (la Haye 1765) (vg. dl. VII, kol. 384 v.). Hij was gehuwd met Sara Maria de Desclaux.
Zie: de Bie en Loosjes, Biogr. Woordenb. v. Protest. Godgel. in Ned. II, 280-282; C. Sepp, Johannes Stinstra en zijn tijd (Amst. 1865-66) II, 217; R. Arrenberg, Naamregister van Nederd. boeken tot 1787, 149; Catalogus v.d. Biblioth. der Ver. Doopsg. Gem. te Amsterdam II (Amst. 1888), 249 v. en (Amst. 1919), 140.
Knipscheer