[Cops, Jacob]
COPS (Jacob), geb. in Nederland omstr. 1630, overl. te Batavia 10 Nov. 1684. Uitgezonden door heeren Zeventien als raad extraordinaris, kwam hij in Dec. 1663 op Java aan. Bij resolutie van 7 Oct. 1664 werd hij tot gouverneur van Banda benoemd, waar hij zich, volgens Valentijn, zeer gehaat maakte. Na bevorderd te zijn tot gouverneur van Ambon (res. 26 Dec. 1668) werd hij daar om ‘verscheyden morsserijen’ ontslagen (res. 7 Jan. 1672) en verloor zelfs zijn qualiteit van raad-extraordinaris. Aan morshandel, d.i. particuliere handel buiten de monopolistische O.I.C. om, maakten bijna alle compagniesdienaren zich schuldig; Cops zou het in ‘onbeschrijfelijke mate’ gedaan hebben. Hij schijnt evenwel invloedrijke beschermers in patria gehad te hebben, want in 1677 werd hij tot president van Makassar benoemd en zag zich in 1680 door heeren Zeventien hersteld als raad-extraordinaris. In Jan. 1682 werd hij teruggeroepen naar Batavia, waar hij tot zijn dood gebleven is.
Hij was gehuwd met Elisabeth Ulejus of Ulies of Ulirus. Zijn wapen vertoont drie door elkaar geslingerde visschen. Over zijn kinderen zie volgend artikel.
Zie: de Haan, Priangan I; Valentijn III, 2, 91; Rumphius, Ambonse historie, in manuscript gebruikt en misbruikt door Valentijn.
Bartelds