Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 8

[Collot d'Escury, Robert baron]

COLLOT D'ESCURY (Robert baron), geb. te Gorinchem 26 April 1753, overl. te 's Gravenhage 11 Febr. 1834, was de derde zoon van Simeon Petrus (die volgt) en Charlotte Elisabeth van der Burch. Hij werd souslieutenant der gardes te paard in dienst van de provincie Holland, maar nam in 1784 ontslag. Hij trad in de eerste jaren na de omwenteling van 1795 niet op den voorgrond, maar werd 25 Sept. 1806 door koning Lodewijk benoemd tot lid van het Wetgevend lichaam. Na de inlijving bij Frankrijk werd hij ambteloos.

Op 2 Jan. 1816 werd hij een der 4 burgemeesters van 's Gravenhage. Op 15 Juli 1818 werd hij in het district Alblasserdam door de eigenerfden tot lid der Provinciale Staten van Holland gekozen. Daar 's Gravenhage ingevolge het reglement op de besturen der steden van 6 Jan. 1824 in plaats van 4 slechts 1 burgemeester mocht hebben, werd Collot d'Escury in Maart van dat jaar wethouder.

[p. 300]

Op 5 Juli 1824 kozen zijn medeleden in de Staten van Zuid-Holland hem tot lid van Gedeputeerde Staten van die helft der provincie. Daar ingevolge het reglement op de provinciale besturen van 30 Mei 1825 het aantal Gedeputeerden van 9 op 7 verminderd moest worden, en Collot d'Escury in dat jaar tot de 3 aftredenden behoorde, werd hij niet herkozen. Echter werd hij 4 Juli 1827 opnieuw tot Gedeputeerde gekozen, en daar volgens genoemd reglement het lidmaatschap van Gedeputeerde Staten niet vereenigbaar meer was met dat van den raad en dus evenmin met het wethouderschap, nam hij ontslag uit laatstgenoemde functies. Gedeputeerde bleef hij tot zijn overlijden.

Hij huwde 6 Febr. 1785 Machtelina Christina Lestevenon (1741-88), weduwe van Mr. Jan François van Byemont, geb. 20 Aug. 1741, overl. 27 Dec. 1788, daarna 11 Dec. 1796 Susanna Catharina Bicker, geb. 9 Mei 1771, overl. 10 Nov. 1797 en nogmaals 19 April 1801 Cornelia Maria Backer, geb. 25 Febr. 1775, overl. 20 Febr. 1838. Alleen uit het derde huwelijk sproten kinderen, 3 zoons en 1 dochter, waarvan Anthony hier voorgaat.

De door Joh. Fr. Aug. Tischbein geschilderde portretten van Robert en zijn eerste vrouw bevinden zich sedert 1904 in het Rijksmuseum (Catal. Schild. Rijksmuseum, editie 1903, suppl. no. 2304 a en b).

Ramaer