[Collot d'Escury, Johan Marthe baron]
COLLOT D'ESCURY (Johan Marthe baron), geb. te Sliedrecht 6 Juli 1742, overl. te 's Gravenhage 1 Dec. 1817, zoon van Simeon Petrus, die volgt, en van Charlotta Elisabeth van der Burch.
Hij was page, later onderstalmeester van den erfstadhouder, controleur van de convooien en licenten, ontvanger-generaal van de admiraliteit op de Maas, raad in de vroedschap en burgemeester van Rotterdam, baljuw en dijkgraaf van Schieland, erfwatergraaf van den Alblasserwaard, lid der Staten-Generaal en van het departementaal bestuur van Holland. Ridder der orde van de Unie en van de Reunie. Hij was een groot voorstander van het Oranjehuis en werd in 1795 uit zijn ambten gezet. Toen hij 22 Oct. 1801 door het Staatsbewind benoemd werd tot lid van het Wetgevend lichaam, nam hij die benoeming niet aan. Maar nadat Willem V aan zijn aanhangers vergunning verleend had tot het aannemen van betrekkingen, werd hij bereid bevonden, de benoeming op 4 Juni 1802 door hetzelfde bewind gedaan tot lid van het departementaal bestuur van Holland aan te nemen. Dit duurde tot 1 Aug. 1805. Hij werd door den raadpensionaris niet opgenomen in een der beide in de plaats van genoemd bestuur ingestelde besturen. Eerst na onze bevrijding werd hij weder regeeringspersoon en wel lid van de Nationale vergadering, waartoe hij 6 April 1814, en daarna lid der Tweede Kamer, waartoe hij 1 Sept. 1815 benoemd werd.
Hij werd bij K.B. van 14 Jan. 1816, no. 52, ingelijfd in den nederlandschen adel, terwijl hem bij die gelegenheid de titel van baron werd verleend, overgaande op alle nakomelingen in de mannelijke lijn.
Hij huwde te Alkmaar (òf te Beverwijk, Mbl. Ned. Leeuw II, 81) 14 Nov. 1768 met Wilhelmina Christina barones du Tour, geb. te Alkmaar 17 Sept. 1747, overl. te 's Gravenhage 1823, dochter van baron Gerrit Martijn en van Maria Anna Baert van Cranenbroek.
Uit dit huwelijk sproten negen kinderen, waarvan Simeon Jacob Carel volgt, en Carel Emilius Els hier voorgaat. Een zoon, Mr. Hendrik baron C. d'E., is vermeld in dl. III, kol. 249.
Zie: Nederl. Adelsboek (1913), 99, 101; Jaarb. Ned. Adel I (1888), 284, II (1889), 59; v. Rhede v.d. Klooten Bar, Geneal. Kwartierstaten.
Regt