[Capellen, Gerlach Frederik van der]
CAPELLEN (Gerlach Frederik van der), heer van Mijdrecht en Papekop, geb. te Utrecht 26 Febr., gedoopt Catherynekerk 28 Febr. 1697, overl. te Utrecht 19 Mei 1754, oudste zoon van Steven Frederik, heer van Schalkwijk en Mijdrecht, en van Digna Elisabeth Booth.
Hij werd deken van St. Pieter 8 Maart 1738, geëligeerde raad 4 Aug. 1729, in 1740 wegens Utrecht benoemd tot lid der admiraliteit op de Maas en later president der staten van Utrecht. Voor de verheffing van Willem IV tot stadhouder stelde hij zich bijzonder in de bres; de Prins nam dan ook, tijdens zijn verblijf te Utrecht, zijn intrek bij v.d. Capellen. Maar toen men van 't eene uiterste in het andere verviel en men bijna alles aan den vorst wilde schenken, behield v.d. C. het juiste midden en was ook niet voor het voorstel om het stadhouderschap ook in de vrouwelijke lijn erfelijk te verklaren. Zoo trad tusschen hem en Willem IV eenige verkoeling in; het gevolg was, dat hij van zijn waardigheden afstand deed en zijn verderen levenstijd ambteloos doorbracht.
Hij is tweemaal gehuwd geweest: met Eleonora Constantia van Vlooswijck tot Papekop en Diemerbroek, dochter van Cornelis en van Margaretha Boudaen. Daarna hertrouwde hij met Catharina de Leeuw, ged. te Utrecht 1 Sept. 1711, dochter van Daniël en van Emerentia van der Tocht. Uit het eerste huwelijk sproot één zoon Steven Frederik, heer van Mijdrecht, Papekop en Diemerbroek, gecommitteerde ter Admiraliteit van het Noorderkwartier, ongeh. overl. te Utrecht 20 Aug. 1759. Uit het tweede huwelijk sproten: Daniël Cornelis, heer van Mijdrecht en Schalkwijk, maarschalk van Eemland, ongehuwd overl. te Utrecht 13 Aug. 1800; Gerlach Theodorus, die volgt; Antony Louis, na den dood van zijn oudsten broeder heer van Papekop en Diemerbroek, kinderloos overl. in 1767, na gehuwd te zijn geweest met Elisabeth Jacoba van Ittersum; eindelijk nog Emerentia Cornelia, de gade van Godart Philip Cornelis Theodorus van der Capellen, die volgt.
Zie: Mdbl. Ned. Leeuw XXIII, 271; Geneal. Herald. Bladen IX, 27-29, 170; Kok, Vad. Wdb. IX, 134, 135; Scheltema, Staalk. Nederland.
Regt