in 1742 ordin. raad in het Hof van Gelderland, scholtus binnen en buiten Zutphen 1751, ordinaris gedeputeerde van de Graafschap en gecommiteerde tot beneficeering van den Neder-Rijn en IJsel. Hij stond in groote achting bij Willem IV en maakte met van IJtsma en Persoon deel uit van de commissie door den Prins naar het noorden des lands gezonden om verschillende grieven te onderzoeken, die aldaar meest ten opzichte der regenten waren ontstaan.
Hij huwde te Bemmel volgens huw. voorw. van 17 Juli 1731 met Anna Margriet Elisabeth van Lijnden d' Aspremont,ervin van de Plack en Rysselt. Zij werd op de Plack 6 Nov. 1707 geboren en bracht Rijsselt weder in de familie v.d. Capellen, werd in 1780 beleend metden huize Dorth en overleed 4 Mei 1785 (begr. te Gorssel), dochter van Godert Philips, heer van de Plack, (dl. VII, kol. 815) en van Anna Cornelia Isabella van Coevorden. Uit dit huwelijk sproten o.a. Alexander Hendrik, Godard Philips Cornelis Theodorus, Frederik Benjamin, Robert Jasper en Alexander Philip, die allen in dit deel voorkomen.
Zie: Nederl. Adelsboek (1928), 313; Jaarb. Ned. Adel V, 395; Blok, Gesch. Ned. Volk2 III, 460; d' Ablaing, Ridderschap v. Zutphen, 169; Kok, Vaderl. Wdb. IX, 138-141.
Regt